Arbeidskorting
De hoogte van de bedragen en percentages in de arbeidskorting voor 2024 wordt naast door de hiervoor genoemde indexatiefactor van 1,094941, mede bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 januari van het lopende jaar ten opzichte van het WML per 1 januari van het daaropvolgende jaar. Het WML bedroeg per 1 januari 2023 € 1.934,40 per maand. Het WML bedraagt per 1 januari 2024 € 2.069,40 per maand.
Voor de arbeidskorting in 2024 gelden na indexatie en beleidsmatige wijzigingen de volgende bedragen en percentages:
- Tot en met een arbeidsinkomen van € 11.490 per jaar geldt een arbeidskorting van 8,425% van het arbeidsinkomen, met een maximum van € 968. Zoals voorgesteld in het Belastingplan 2024 wordt het maximumbedrag in het tweede knikpunt na inflatiecorrectie verhoogd met € 115.
- Bij een arbeidsinkomen van meer dan € 11.490 tot en met € 24.820 per jaar geldt een arbeidskorting van € 968 vermeerderd met 31,433% van het arbeidsinkomen boven die € 11.490, met een maximum van in totaal € 5.158.
- Bij een arbeidsinkomen van meer dan € 24.820 tot en met € 39.957 per jaar geldt een arbeidskorting van € 5.158 vermeerderd met 2,471% van het arbeidsinkomen boven die € 24.820, met een maximum van in totaal € 5.532.
- Bij een arbeidsinkomen van meer dan € 39.957 per jaar wordt de berekende arbeidskorting van € 5.532 verminderd met 6,510% van het arbeidsinkomen boven die € 39.957. De arbeidskorting is volledig afgebouwd bij een arbeidsinkomen vanaf € 124.934.
Eigenwoningforfait
De wettelijke indexering van het EWF-percentage vindt plaats aan de hand van de ontwikkeling van het indexcijfer van de woninghuren en de ontwikkeling van de woningwaarden. Voor de indexatie per 1 januari 2024 zijn de woninghuren gestegen met 1,99% en zijn de woningwaarden gestegen met 2,8%. Het op basis hiervan geïndexeerde EWF-percentage wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,05%-punt. Voor 2024 komt het EWF-percentage uit op 0,35%, gelijk aan het EWF-percentage in 2023.
Forfaitaire rendementen box 3
Met ingang van 1 januari 2023 bestaan er binnen box 3 drie categorieën vermogensbestanddelen met elk een eigen forfaitair rendementspercentage. De drie categorieën betreffen banktegoeden, schulden en overige bezittingen, waarvoor de forfaits op verschillende manieren worden bepaald.
Forfaits voor banktegoeden en schulden
De wettelijke indexering van de forfaitaire rendementspercentages voor de categorieën banktegoeden en schulden schrijft voor dat deze na afloop van het kalenderjaar met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat kalenderjaar definitief worden vastgesteld met behulp van de gemiddelde maandcijfers van dat kalenderjaar. Hiermee wordt zo goed mogelijk aangesloten bij het werkelijk behaalde rendement op deze categorieën in dat kalenderjaar.
De definitieve forfaits voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2023 zullen in het eerste kwartaal van 2024 door middel van een ministeriële regeling worden vastgesteld.
Deze forfaitaire rendementspercentages en de achterliggende berekening worden ieder jaar zo snel als mogelijk nadat deze vaststaan, maar uiterlijk vóór het voorjaarsreces van het opvolgende kalenderjaar, aan de Kamer gezonden en op de website van de Belastingdienst geplaatst.
Voorlopige forfaitaire rendementspercentages
Met betrekking tot het opleggen van voorlopige aanslagen over een kalenderjaar wordt met het Belastingplan 2024 een nieuwe bepaling in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) voorgesteld, waarmee voorlopige forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden worden geïntroduceerd. Jaarlijks worden deze percentages in een ministeriële regeling vastgesteld.
Conform het nieuw voorgestelde artikel 9.5a Wet IB 2001 wordt het te hanteren percentage voor banktegoeden vastgesteld op het rentepercentage van de maand juli van het voorafgaande kalenderjaar op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal drie maanden, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Voor het kalenderjaar 2024 bedraagt dit percentage 1,03%.
Het te hanteren percentage voor schulden wordt vastgesteld op het rentepercentage van de maand juli van het voorafgaande kalenderjaar over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken van huishoudens, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Voor het kalenderjaar 2024 bedraagt dit percentage 2,47%. Ook deze forfaitaire rendementspercentages worden op belastingdienst.nl geplaatst.
Forfait voor overige bezittingen
Vóór aanvang van het kalenderjaar is het alleen mogelijk om het definitieve forfaitaire rendementspercentage voor de categorie overige bezittingen toe te lichten. Voor 2024 wordt dit percentage vastgesteld op 6,04%. De uitgebreide berekening kun je vinden in de bijgevoegde bijlage die ook wordt geplaatst op belastingdienst.nl.